De Niet Per Se Sexy Levenslessen Die Ik Leerde in 2019

Ik WIL dus echt alles doen
Ik heb de jaren hiervoor ook niet stilgezeten, maar in 2019 heb ik echt keihard gewerkt. Ik wist al vrij vlot in het nieuwe jaar dat ik mijn tweede boek wilde gaan schrijven (en het liefst ook af wilde schrijven), ik wilde zowel met mijn Engelse website verder als meer Nederlandse stukjes schrijven, ondertussen had ik ook nog allerlei andere ideeën en projecten waar ik ook nog iets mee wilde.
Mijn hoofd was dit jaar een hysterische wildwaterbaan van schrijven, to-do lijsten en half uitgekristalliseerde plannen — en ondertussen werkte ik gewoon keurig mijn vier dagen, waarbij mijn collega’s en ik een flinke periode onderbezetting en extra klussen hebben weggedraaid. Ook bleef ik ondertussen via Onefit yogalessen doen, bleef ik me bij F45 een paar keer in de week me in het zweet werken en deed ik desgevraagd af en toe een freelance klus zoals spreken, een workshop geven en zelfs een keer copywriting.
Geen wonder dus dat ik mijn weekenden steeds meer begon te bewaken, en steeds vaker mijn zondag reserveerde voor een hele dag geen plannen, om goed op te kunnen laden.
Het inzicht dat ik echt alles wil doen van de dingen die ik doe kwam kraakhelder naar buiten toen ik tijdens een zelfontworpen Writer’s Retreatje met Susannah een oefening deed waarbij je alle bezigheden die je wil doen op post-itjes schrijft en gaat kijken wat je wil of kan schrappen.
Ik had een raam volgeplakt met post-itjes en stond ernaar te kijken…en ik vond alles leuk. Ik wilde het liefst niets schrappen. Mijn 32-urige werkweek tot boeken schrijven maar ook dat ik wel weer zou willen gaan kickboksen, of misschien een nieuwe (Nederlandse) podcast zou willen starten*
Ik keek ernaar en dacht: ‘Ja…ik weet dat ik het niet allemaal KAN doen…maar ik wil het allemaal wel doen.”
Echter pastte het allemaal echt niet meer, en dat wist ik zelf ook wel.
Met pijn in m’n hart stopte ik vanaf november met Engelse stukjes online zetten elk zondag, en ook al wist ik dat het echt even niet anders kon terwijl ik Dingen Anders Doen probeerde af te schrijven: dat heb ik de rest van het jaar gemist. En dat gevoel heb ik ook bij alle andere dingen waar ik de tijd of energie niet voor kon vinden afgelopen jaar. Zelfs voor de dingen die niet eens van de grond kwamen omdat het gewoon niet in mijn schema paste: Ik voel het gemis. Ik zou het echt willen doen.
Bij de post-it oefening voelde ik voor het eerst een idee opkomen wat ik heel lang heb geparkeerd als niet-praktisch…en misschien nog wel meer niet heb overwogen omdat het niet bij mijn eigen beeld van mezelf past:
Minder werken.
Het slaat natuurlijk nergens op, maar ik hang een groot deel van mijn identiteit op aan het feit dat ik een ‘normale’ baan (goed) combineer met mijn schrijven en Internet-shenanigans, en ook een heel leven heb buiten mijn schrijven en domme tweetjes. Die 32 uur is heel lang heilig voor me geweest.
Toch bleef het in mijn hoofd spoken, en voelde ik steeds meer wat een energie het idee van meer tijd me gaf. Na wat gesprekken met Vin en een gesprek met mijn manager hakte ik half december de knoop door:
Ik ga van 32 uur naar 28 uur. Ik werk vanaf een bepaald punt in de toekomst de ene week 4 en de andere week 3 dagen, om meer ruimte te maken voor al die andere dingen die ik dus ook echt allemaal wil doen.
Het is maar een kleine vermindering in uren, maar ik heb er superveel zin in.
Soms komen dingen gewoon weer goed — en soms niet
Ik heb eigenlijk elk jaar (1,2) in deze stukjes wel gesteggel in vriendschappen.
Ik kon er ontzettend mee worstelen dat ik soms een vriendschap niet meer snapte, dat een bepaalde relatie niet meer te combineren was met hoe ik, die ander en wij samen waren veranderd. Ik bleef daar zoekende in. Als je groei niet meer samen opgaat, of andere kanten opgaat, vind ik dat heel erg moeilijk en ik ga dan extreem in de weerstand: piekeren, steeds opnieuw het innerlijke gevecht of gesprek, alles om het te proberen te snappen.
Ik kon het soms niet accepteren dat iets niet (meer) is zoals ik wilde.
Dit jaar ervaarde ik echter dat weerstand wegebt. Dat tijd echt heel veel kan gladstrijken, troosten, verklaren. Dat je soms als mensen apart van elkaar ook weer naar elkaar toe kunt veranderen…en dat dingen ook weer goed kunnen komen.
Voorzichtig herstelde zich hier en daar wat van de dingen waarvan ik heilig overtuigd ben geweest dat het nooit meer goed zou komen.
Dat maakt me nu rustiger, en een stukje minder koppig. Het helpt mij om te weten dat ik met al mijn zogenaamde verstand helemaal niet kan weten hoe iets gaat lopen.
Hoe erg ik ook op dit moment denk dat een situatie X is, misschien wordt het vanzelf wel weer Y. Of Z. Of niet.
Ik weet precies wie ik wil zijn, en DAT stuurt mijn gedrag
Afgelopen jaar ben ik er meer dan ooit achter gekomen wie ik ben, wie ik wil zijn en wat ik uit wil dragen. Dat heeft tot gevolg gehad dat ik niet zo snel meer dingen doe waar ik niet achter sta of waar ik geen zin in heb…en dat ik me niet meer zo snel uit mijn tent laat lokken.
Waar ik dat vroeger misschien wel had laten gebeuren, liet ik externe factoren me dit jaar niet van de wijs brengen. Ik gebruik wat een ander zegt of doet zo min mogelijk als excuus voor wat ik zeg of doe.
Ik namelijk weet precies wat ik wil zeggen en wat ik wil doen, en ik laat me niet verleiden tot dingen zeggen of doen die niet bij me passen. Dat is lang niet altijd makkelijk, maar zorgt er wel voor dat ik nauwelijks dingen heb gedaan of gezegd waar ik later spijt van kreeg.
Niets doen is soms de beste weg
Binnen situaties die heel urgent kunnen voelen kan het zo handig, belangrijk en fijn zijn om gewoon effe…niets te doen.
Wat een skill om in staat te zijn om de dingen te laten zijn wat ze zijn.
Ik denk dat ik het geleerd heb op mijn werk. Ik ben best wel een ‘eerst schieten dan vragen stellen’-typetje. Maar op mijn werk word ik continu geconfronteerd met mailtjes, belletjes, studenten voor de deur en problemen. Mensen vinden van alles, willen van alles. Mensen sturen vanuit emoties mailtjes en eisen.
Dan kan het zo helpen als je soms even laat.
Veel dingen lossen zichzelf op als je het er gewoon laat zijn, en veel situaties zijn er juist totaal niet bij gebaat als je vol op gas trapt om eruit te komen. Soms moet je gewoon op de blaren of de brandnetels blijven zitten, so to speak.
Ook op het Internet heb ik hier heel veel aan. Ik hoef niet op alles te reageren, ik hoef niet iets met wat iemand anders doet, ik bepaal zelf waar ik mijn aandacht aan heeft en laten we eerlijk wezen; Twitter discussies leiden NERGENS meer toe, toch jongens? Zodra je ook maar enigszins een poging doet tot een counter of nuance krijg je een drogreden of een belediging jouw kant op geslingerd. Fuck die nonsens, ik doe er niet aan mee. Ik ga wel in het echte leven met mensen praten over ingewikkelde dingen.
Ik ben een verbaal vechtersbaasje (geworden)
Ja, ik ben ook verbaasd, maar je kunt mij echt met geen mogelijkheid meer conflict vermijdend noemen.
Sterker nog, ik heb mijn conflictvermijdende gedrag all the way in 2016 laten liggen, en ik kan inmiddels prima conflict hanteren, verwelkomen en zelfs opzoeken als de situatie daarom vraagt.
Ik heb de mentaliteit ‘see the biggest bully and punch him in the face’ verheven tot een sociale strategie binnen mijn werk; Ik ben ronduit combative bij de collega’s die in mijn ogen te weinig tegengas krijgen (en dat pakt vaak positiever uit dan dat het nu lijkt). Ik laat me niet in een people-pleasend hoekje drijven omdat iemand vindt dat hij of zij ergens recht op heeft en nog veel belangrijker; ik spreek het vaak meteen, en pittig ook, uit wanneer iets me totaal niet bevalt.
En het mooie is dat zodra ik mijn eerste driftkikker-reactie uit mijn systeem heb, er een hoop rustig uit te praten valt. Dan ben ik weer mijn rustige, vrolijke en energieke zelf die niet van binnen wordt opgevreten door opgekropte irritatie en woede. Alle energie is er dan gelijk uit.
Mede daardoor ben ik ook veel relaxter geworden, en kan ik dingen veel makkelijker loslaten.
Dingen gaan voorbij
Ik verloor dit jaar twee opas, wat voor mij een einde van een tijdperk betekende. Kijk, het was uberhaupt al opmerkelijk dat ik dit jaar als 30-jarige begon met alle vier mijn grootouders nog. En er is een tijd van komen, en een tijd van gaan.
Ook op het gebied van activiteiten, hobby’s, relaties en levensfases; niet alles houdt stand. En voor het eerst in drie jaar durf ik te zeggen dat ik daar oke mee ben en niet meer zo in de weerstand schiet als iets verandert (en ik daar geen controle over lijk te hebben).
Ook zonder er bewust mee bezig te zijn, groei je
Ik heb dit jaar dus tijdens het 32 uur per week werken en al mijn andere drukke gedoe de eerste versie van mijn tweede boek geschreven, en dit is een versie die ongeacht wat er nu verder gebeurt en hoeveel daar mis mee is al zoveel beter is dan ooit de allereerste versie was van Je Moet Bijna Niks.
En niet alleen dat, ik merkte tijdens het schrijven dat het proces echt makkelijker was. Ik kon deze keer alles veel beter omarmen en accepteren. Ik heb eigenlijk maar heel af en toe tijdens het schrijven in de stress gezeten.
Ik heb een periode heel erg vastgezeten; toen lag het stil en wachtte ik op feedback, en gebeurde er niks — ook niet voor mezelf.
Maar zelfs de paar dagen voor mijn deadline was ik vet chill; ik deed wat ik kon doen, wat ik moest doen, maar ik nam ook de tijd om te kunnen ontspannen zonder daarmee dan nog mentaal met mijn boek bezig te zijn. Vooral dat laatste stond ik echt van te kijken. Ik ging een week voor de deadline met een vriendin sushi eten en ik zat al een hele tijd met haar te kletsen toen ik ineens besefte dat ik echt oprecht al sinds ik daar was niet meer had gedacht aan alles wat ik nog moest doen.
Ik heb hier helemaal niet bewust aan gewerkt of wat dan ook; dit soort ontwikkelingen gebeurt lekker gewoon organisch. Dat is misschien ook fijn om je te beseffen; dat je echt niet elk vrij moment bezig hoeft te zijn met je persoonlijke ontwikkeling om toch te blijven groeien.
Iets met mijn naam erop is mijn verantwoordelijkheid
Ik zei altijd tegen de mensen met wie ik werk: “Luister, ik ben heel goed in grote lijnen en de eerste 80% — voor de laatste 20% moet je niet op mij vertrouwen. Ik ben niet goed in details, ik zie dingen op een gegeven moment niet meer, en ik ben niet van finishing touches en follow up. Dat is niet mijn sterkste kant.”
Leuk hoor, zelfkennis, maar dat ga ik dit jaar niet meer zeggen.
Dit jaar bleek door een aantal akkefietjes dat dat allemaal best zo ken wezen, maar ik daar geen reet aan heb als het in de soep loopt doordat ik zelf niet voldoende wakker ben gebleven tijdens het proces.
Zolang dingen mijn naam dragen, in essentie van mijn hand komen, moet ik het zelf goed in de gaten houden. Of dat nou gaat over boeken, werkprojecten, stukjes, podcasts, projecten: Maakt niet uit. Ik moet op blijven letten, vragen blijven stellen, doorvragen en vasthouden, de puntjes op de i zelf altijd bedenken en regelen.
Dat vind ik supermoeilijk, omdat ik dus allesbehalve detail-orientered or interested ben. Maar ik heb inmiddels een paar keer het alternatief meegemaakt en geloof me, dat is ook geen optie. Want opnieuw, als mijn naam erop staat, is het mijn ding, en dus mijn verantwoordelijkheid.
Dus moet ik wat meer de rotweiller zijn die de boel scherp houdt. Ik weet niet hoe goed ik hierin ga zijn maar ik heb dat vastbijterige wel in me zitten. Komt wel goed. En zo niet, weet ik wel welke hulptroepen in te schakelen.
Conclusie
Een jaar vol mooie en minder mooie ervaringen leidt tot een leuk lijstje lessen. Door die lessen ga ik met veel minder weerstand, veel meer acceptatie, een nog grotere mond (maar nog steeds niet groter dan mijn hart) en een ontspannen houding de wijde wereld weer in.
2020. Kommadoor.
*Zoekt iemand een gast voor in zijn of haar podcast, ben ik ook beschikbaar! Alles is leuk!